otr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 20 jaar oud) te Leiden op 28 sep 1585
met
Marie de Can, geb. te Lille (Rijssel) circa 1565.
Toussaint Vaillant en Marie de Can
Mary hertrouwt in 1606 met Gerardt le Conte, boratwerker.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Steven | *1602 | Leiden | †1637 | 35 | 1 | 1 |
otr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 25 jaar oud) te Leiden op 28 sep 1585
met
Toussaint Vaillant, geb. te Lille (Rijssel) circa 1560, ovl. (hoogstens 46 jaar oud) te Leiden voor 14 jul 1606.
Toussaint Vaillant en Marie de Can
Mary hertrouwt in 1606 met Gerardt le Conte, boratwerker.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Steven | *1602 | Leiden | †1637 | 35 | 1 | 1 |
otr. te Delft op 23 apr 1650, kerk.huw. (Maria ongeveer 30 jaar oud) te Leiden op 8 mei 1650
met
Maria van der Poel, dr. van Pieter van der Poel en Suzanna Jans Casier, ged. ned.ger. te Delft op 26 jan 1620.
otr. (1) te Delft op 4 apr 1620, kerk.huw. te Delft op 19 apr 1620
met
Annetge Egberts, begr. te Rotterdam op 18 jun 1634.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Egbert | ~1621 | Delft | 1664 | Rotterdam | 43 | 1 | 6 |
| 2 | Maertge | ~1625 | Delft | 1 | 0 | |||
| 3 | Adriaen | ~1626 | Delft | 1626 | Delft | 0 | 0 | 0 |
| 4 | Adriaen | ~1628 | Delft | †1673 | 44 | 2 | 0 |
otr. (2) te Delft op 14 jun 1636, kerk.huw. (Tanneken ongeveer 30 jaar oud) te Delft op 29 jun 1636
met
Tanneken Baltens, dr. van Balthasar Gerrits en Beatrix van Buy, geb. te Amsterdam circa 1606, begr. te Delft op 18 mei 1674.
Tanneken Baltens.
Tanneken was de tante van de schilder Johannes Vermeer. Diens moeder was haar zuster Digna, die in 1615 huwde met Vermeers vader, Reynier Jansz. Vos (Vermeer). Tanneken was waarschijnlijk het derde kind van haar ouders, vermoedelijk in het begin van de 17de eeuw geboren te Amsterdam. In 1623 vinden we Tanneken bij de familie in Gorinchem. Zij getuigt in oktober bij de doop van Nicolaas, de zoon van haar broer Reynier.
Zij huwde met Lieven toen Vermeer vijf jaar oud was. Bij haar ondertrouw woonde ze op de Voldersgracht waar de ouders van Vermeer een herberg pachtten . Waarschijnlijk woonde ze destijds bij haar zus en zwager in. In 1641, bij de doop van zoon Balthasar, wordt Tanneken vermeld als "Annetie Balthasar". In 1642 wordt dochter Jannietge gedoopt en heet Tanneken "Jannetje Boutens". Bij haar dood wordt zij vermeld als weduwe van Lieven; zij is dus na diens overlijden in 1655 niet hertrouwd.
Bronnen: Digitale Stamboom Gemeentearchief Delft. John M. Montias, Vermeer en zijn milieu,Uitgeverij de Prom, Baarn, 1993.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Balthasar | ~1641 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 2 | Jannietge | ~1642 | Rotterdam | 0 | 0 |
otr. te Delft op 4 apr 1620, kerk.huw. te Delft op 19 apr 1620
met
Lieven van der Poel, zn. van Adriaen van der Poel en Maertgen (Mayike) den Keijser, Goud- en Zilversmid, begr. te Delft op 26 aug 1655, tr. (2) met Tanneken Baltens. Uit dit huwelijk 2 kinderen.
Lieven van der Poel.
Lieven had klaarblijkelijk veelvuldig contacten met Delftse schilders. Zo waren de schilders Jacob van Geel (1584/85-na 1638, landschappen) en Pieter (Anthonisz) van Bronc(k)horst (1588-1661, historische verbeeldingen) in respectievelijk 1626 en 1628 getuigen bij de doop van zijn zonen. In 1628 getuigt Lieven samen met Anna van der Poel bij de doop van dochter Anna van Pieter van Bronchorst. De notaris Adriaen van Twelle treedt drie keer als doopgetuige op en Anna Egberts is weer getuige van een doop van diens zoon in 1626.
We komen Lieven ook tegen bij de Rotterdamse notaris Nicolaas Vogel Adriaansz . In 1636 machtigt Lieven Pieter de Jongh, klerk ter secretarie te Delft, om de erfenis te weigeren van Lucretia Egbertsdr, de zuster van zijn overleden vrouw. Bron: ONA 167, akte 102, p. 180, 21 februari 1636, Gemeentearchief Rotterdam.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Egbert | ~1621 | Delft | 1664 | Rotterdam | 43 | 1 | 6 |
| 2 | Maertge | ~1625 | Delft | 1 | 0 | |||
| 3 | Adriaen | ~1626 | Delft | 1626 | Delft | 0 | 0 | 0 |
| 4 | Adriaen | ~1628 | Delft | †1673 | 44 | 2 | 0 |
otr. te Delft op 14 jun 1636, kerk.huw. (ongeveer 30 jaar oud) te Delft op 29 jun 1636
met
Lieven van der Poel, zn. van Adriaen van der Poel en Maertgen (Mayike) den Keijser, Goud- en Zilversmid, begr. te Delft op 26 aug 1655, tr. (1) met Annetge Egberts. Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Lieven van der Poel.
Lieven had klaarblijkelijk veelvuldig contacten met Delftse schilders. Zo waren de schilders Jacob van Geel (1584/85-na 1638, landschappen) en Pieter (Anthonisz) van Bronc(k)horst (1588-1661, historische verbeeldingen) in respectievelijk 1626 en 1628 getuigen bij de doop van zijn zonen. In 1628 getuigt Lieven samen met Anna van der Poel bij de doop van dochter Anna van Pieter van Bronchorst. De notaris Adriaen van Twelle treedt drie keer als doopgetuige op en Anna Egberts is weer getuige van een doop van diens zoon in 1626.
We komen Lieven ook tegen bij de Rotterdamse notaris Nicolaas Vogel Adriaansz . In 1636 machtigt Lieven Pieter de Jongh, klerk ter secretarie te Delft, om de erfenis te weigeren van Lucretia Egbertsdr, de zuster van zijn overleden vrouw. Bron: ONA 167, akte 102, p. 180, 21 februari 1636, Gemeentearchief Rotterdam.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Balthasar | ~1641 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 2 | Jannietge | ~1642 | Rotterdam | 0 | 0 |
otr. te Delft op 10 jun 1651, tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 27 jaar oud) te Maassluis op 25 jun 1651
met
Aeltgen Willems van Linschoten, dr. van Willem Willemsz. van Linschoten en Annitge (Anna) Willems, ged. te Delft op 27 mrt 1624, begr. te Rotterdam op 27 jul 1664.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Annetgen | ~1651 | Delft | 1652 | Delft | 0 | 0 | 0 |
| 2 | Lijsbeth | ~1651 | Delft | †1654 | Delft | 2 | 0 | 0 |
| 3 | Anna | ~1654 | Delft | 0 | 0 | |||
| 4 | Lieven | ~1655 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 5 | Willem | ~1658 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 6 | Annetje | ~1661 | Rotterdam | 0 | 0 |
otr. te Delft op 10 jun 1651, tr. (resp. ongeveer 27 en ongeveer 30 jaar oud) te Maassluis op 25 jun 1651
met
Egbert van der Poel, zn. van Lieven van der Poel en Annetge Egberts, ged. te Delft op 9 mrt 1621, Kunstschilder, begr. te Rotterdam op 13 jul 1664.
Egbert van der Poel.
Egbert was kunstschilder. Zijn werk is te zien in musea in heel Europa. Zijn vroegst gedateerde werk is waarschijnlijk uit 1641. In 1650 trad hij in Delft toe tot het St. Lucasgilde: "Schilder 17 October, Egbert van der Poel, heeft hem als Mr.Schilder doen aenteykenen opten 17 October, sijnde burger. Betaelt op het Recht 3,-,- Rest nogh 3,-,-. Tot hiertoe verantwoort".
Zijn oeuvre bestaat o.a.uit strand- en wintergezichten, rustieke interieurs, nachtelijke.
branden, boerenhofsteden en stadsgezichten. A. Bredius meent een zelfportret gelokaliseerd te hebben in Aix in de Provence (Bron: Goldschmidt).
Er was een band tussen Egberts familie en de familie van de schilder Johannes Vermeer (1632-1675). Egberts stiefmoeder was de zus van Vermeers moeder. In 1648 tekent Egbert een akte bij Vermeers vader in diens herberg Mechelen (aan de Markt). Het betrof een getuigenverklaring. Montias (zie hieronder) vermoedt dat Egbert in die tijd in Rotterdam woonde (hij werd immers pas in 1650 lid van het St. Lucasgilde) en dat hij in de herberg van Vermeer verbleef als hij in Delft was. Omdat Reynier Jansz, Vermeers vader, ook nog geregistreerd kunsthandelaar was, verkocht hij waarschijnlijk ook werk van Egbert.
Schilderijen van "alledaagse Delftse schilders" (Montias) zoals Egbert en Nicolaes Vosmaer brachten in die tijd f 10,- tot f 20,- op. De buskruitramp van 12 oktober 1654 heeft veel invloed op Egbert en op zijn werk gehad.
De ramp wordt uitvoerig beschreven door Anthony Bailey in zijn boek over Vermeer. De bekende schilder Carel Fabritius, buurman van Egbert in de Doelenstraat, kwam bij de ramp om, evenals hoogstwaarschijnlijk een dochtertje van Egbert. De verwoestingen waren groot. Voor Egbert werd het het centrale thema in zijn werk; er bestaan nog wel twintig schilderijen van de explosie van zijn hand, zowel van de explosie zelf als van de toestand in de stad erna. Kunstenaars hadden het in die tijd in Delft niet breed. Zo was Egbert met Arent van Straten, waard van de herberg het Gouden Vlies, overeengekomen een schuld van 217 gulden gedeeltelijk met eigen schilderijen af te kopen. Egbert zou al voor de ramp over vertrek naar Rotterdam hebben gesproken. Een maand na de buskruitramp vertrok hij daadwerkelijk naar Rotterdam. Waarschijnlijk was ook zijn woning vernield (de Doelenstraat lag middenin het getroffen gebied).
In Rotterdam onderging hij de invloed van C. Saftleven. In december1656 werd een kind van Egbert begraven. Hij woonde toen in de Kipstraat in Rotterdam. Goldschmidt beoordeelt het werk uit de laatste vijf jaren van Egberts leven als zijn minste prestaties. In de periode daarvoor behoorde hij zeker niet tot de heel grote meesters, maar hij beheerste zijn vak en was een scherp waarnemer van het volksleven en de schoonheid van de natuur.
Bronnen: August Goldschmidt, Egbert van der Poel und Adriaen van der Poel, Oud Holland,1922, p. 57 t/m 66.; Genealogische en Historische Encyclopedie van Delft, deel II, Genealogische Vereniging Prometheus, blz. 163-164; Anthony Bailey, Vermeer, A View of Delft, a John Macrae Book (Henry Holt and Company), 2001, chapter 1.; John M. Montias, Vermeer en zijn milieu, Uitgeverij de Prom, Baarn, 1993.
Zie voor de Meesterboecken van het St. Lucas Gilde.
http://www.xs4all.nl/~kalden/dart/d-a-ab-obreen lucasgilde2.htm.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Annetgen | ~1651 | Delft | 1652 | Delft | 0 | 0 | 0 |
| 2 | Lijsbeth | ~1651 | Delft | †1654 | Delft | 2 | 0 | 0 |
| 3 | Anna | ~1654 | Delft | 0 | 0 | |||
| 4 | Lieven | ~1655 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 5 | Willem | ~1658 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
| 6 | Annetje | ~1661 | Rotterdam | 0 | 0 |
otr. te Delft op 11 apr 1654, kerk.huw. (ongeveer 29 jaar oud) te Watering op 2 mei 1654
met
tr. (ongeveer 30 jaar oud) (1) te Leiden op 30 aug 1659
met
otr. (2) te Leiden op 9 aug 1669, kerk.huw. (ongeveer 40 jaar oud) te Noordwijk op 8 okt 1669
met
otr. te Delft op 11 apr 1654, kerk.huw. (Maertge ongeveer 29 jaar oud) te Watering op 2 mei 1654
met
Maertge (Maria) van der Poel, dr. van Lieven van der Poel en Annetge Egberts, ged. te Delft op 2 mrt 1625.
tr. (Adriaen ongeveer 30 jaar oud) te Leiden op 30 aug 1659
met
Adriaen (Arien) van der Poel, zn. van Lieven van der Poel en Annetge Egberts, ged. te Delft op 19 okt 1628, Kunstschilder, ovl. (hoogstens 44 jaar oud) voor 1673, tr. (2) met Susanna Jans. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Adriaen (Arien) van der Poel.
Adriaen schilderde in dezelfde stijl als zijn broer Egbert. Na diens dood gebruikte hij handig de familienaam door Egberts specialiteit uit zijn latere jaren (landschappen met personages zoals soldaten, vluchtende mensen, etc.) voort te zetten. Hij liet bij de signering vaak zijn voornaam weg. Adriaen was lid van het Leidse St. Lukasgilde van 1658 tot 1662. In de boeken van dit gilde vinden we dat Adriaen in1658 op 4 November "sijn inteijkengelt betaelt, 3,-0,-0" en van 1658 t/m 1662 "Voor sijn jaergelt betaelt, 15" (Stuiver).
Later zien we Adriaen in de boeken van de "Haagsche Schilders-Confrerye" waar hij o.a.op 29 November 1670 50 f. betaalt. Hij heeft waarschijnlijk lang in den Haag gewoond.
Goldschmidt traceert hem in 1671 weer in Leiden, dan als "huisschilder". Goldschmidt ziet Adriaen als een onbelangrijk schilder, die vooral zijn broer nadeed. Zijn bekendste werk is "IJspret". Bron: August Goldschmidt, Egbert van der Poel und Adriaen van der Poel,.
Oud Holland, 1922, p. 57 t/m 66.
otr. te Leiden op 9 aug 1669, kerk.huw. (Adriaen ongeveer 40 jaar oud) te Noordwijk op 8 okt 1669
met
Adriaen (Arien) van der Poel, zn. van Lieven van der Poel en Annetge Egberts, ged. te Delft op 19 okt 1628, Kunstschilder, ovl. (hoogstens 44 jaar oud) voor 1673, tr. (1) met Jaecquemijntje Coppens. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Adriaen (Arien) van der Poel.
Adriaen schilderde in dezelfde stijl als zijn broer Egbert. Na diens dood gebruikte hij handig de familienaam door Egberts specialiteit uit zijn latere jaren (landschappen met personages zoals soldaten, vluchtende mensen, etc.) voort te zetten. Hij liet bij de signering vaak zijn voornaam weg. Adriaen was lid van het Leidse St. Lukasgilde van 1658 tot 1662. In de boeken van dit gilde vinden we dat Adriaen in1658 op 4 November "sijn inteijkengelt betaelt, 3,-0,-0" en van 1658 t/m 1662 "Voor sijn jaergelt betaelt, 15" (Stuiver).
Later zien we Adriaen in de boeken van de "Haagsche Schilders-Confrerye" waar hij o.a.op 29 November 1670 50 f. betaalt. Hij heeft waarschijnlijk lang in den Haag gewoond.
Goldschmidt traceert hem in 1671 weer in Leiden, dan als "huisschilder". Goldschmidt ziet Adriaen als een onbelangrijk schilder, die vooral zijn broer nadeed. Zijn bekendste werk is "IJspret". Bron: August Goldschmidt, Egbert van der Poel und Adriaen van der Poel,.
Oud Holland, 1922, p. 57 t/m 66.
otr. te Hillegom op 4 mei 1702, kerk.huw. (Abraham ongeveer 35 jaar oud) te Hillegom op 23 mei 1702
met
Abraham van der Poel, zn. van Adryaen van der Poel en Machtelt Vailliant, ged. te Leiden op 12 dec 1666, Tollenaar, begr. te Haarlem op 14 jan 1744.
Abraham van der Poel.
In het eerste kwart van de 18de eeuw vinden we Abraham terug in Bloemendaal, o .a. als kerkmeester.
Op 22 januari 1721 werd hij aangesteld als tollenaar op de Leidse trekvaart van het tolhek aan de Trekweg bij de Aardenhout. Zijn opvolger wordt benoemd op 4 april 1744. Bron: GA Haarlem, Archief Stad Haarlem, Stukken betreffende de trekvaarten en veerdiensten op Amsterdam en Leiden, Leidse Trekvaart, Brievenboeken nr. 30, blz. 142.
Op 25 april 1733 transporteert Nicolaas Wildeman, secretaris van de weeskamer te Haarlem, uit een nalatenschap ten gunste van de "egtelieden" Abraham en Cornelia. Bron: GA Haarlem, Notarieel Archief, Fr.J. Galle, 1728-1759, Inv.nr . 937, nr. 87.
Op 22 februari 1757 leggen twee getuigen, Isaak Odet (79) en Gerrit Toessijn (59), te Leiden een verklaring af over de familie van wijlen Abraham van der Poel. Zij doen dit op verzoek van de in leven zijnde familieleden. Dit betreft zes kinderen van zijn broer Isaac, vier kinderen van zijn neef Adrianus, drie kinderen van zijn halfbroer Jacobus le Maire, Gerrit, Susanna en Magtelt en tot slot van Lena Scharff, dochter van Hester le Maire, die op haar beurt de dochter was van Jacobus le Maire uit zijn huwelijk met Maria Toessijn. Bron: GA Leiden, Register van Minuten van Civille Zaaken Gepasseert voor de Heeren Scheepenen der Stadt Leyden In de Jaaren 1757, 1758, 1759, Rechterlijk Archief, Inv.nr. 86, Deel LL, fol. 17.
Abraham van der Poel en Cornelia Mens
Abraham woonde ten tijde van zijn huwelijk in de Kaag, Cornelia in Hillegom.
otr. (Maria ongeveer 30 jaar oud) te Leiden op 23 jun 1741
met
Maria van der Poel, dr. van Isaack van der Poel en Marya Bentot (Bonnet), ged. te Leiden op 21 sep 1710, ovl. (minstens 46 jaar oud) na 1757.
otr. (Cornelia ongeveer 34 jaar oud) te Leiden op 1 nov 1748
met
Cornelia van der Poel, dr. van Isaack van der Poel en Marya Bentot (Bonnet), ged. te Leiden op 5 sep 1714, ovl. (minstens 42 jaar oud) na 1757.
')}